Regel 3.3

Print this page

      

 

1. De officiële talen van het Bureau zijn het Nederlands en het Frans. De werktalen van het Bureau zijn het Nederlands, Frans en Engels.


2. Alle stukken die aan het Bureau worden overgelegd dienen in een van de werktalen te zijn gesteld. Het bepaalde in regel 1.20 vormt hierop een uitzondering.


3. Bewijzen van een recht van voorrang, van naamswijziging, uittreksels van akten waaruit een overdracht, een andere overgang, een licentie of een zakelijk recht blijkt, de daarop betrekking hebbende verklaringen, de reglementen op het gebruik en het toezicht en de wijzigingen daarvan, worden eveneens aanvaard indien zij in het Duits zijn gesteld.


4. De in lid 3 genoemde stukken die in een andere taal zijn gesteld worden eveneens aanvaard indien een vertaling ervan in een van de werktalen van het Bureau of het Duits is bijgevoegd.

 

5. Het Bureau levert op verzoek en tegen betaling van een taks een vertaling naar een van zijn officiële talen van alle Benelux-aanvragen of -inschrijvingen die in het Engels luiden en die openbaar gemaakt zijn.