Artikel 21

Print this page

  weegschaal.png

 

1. Wanneer een vordering als bedoeld in artikel 98, lid 4, van de basisverordening tegen de aanvrager is ingesteld en dit in het register van de aanvragen tot verlening van communautaire kwekersrechten is ingeschreven, kan het Bureau de aanvraagprocedure schorsen. Het Bureau kan een datum vaststellen waarop het voornemens is de procedure te hervatten.


2. Wanneer de in lid 1 bedoelde vordering tot een in kracht van gewijsde gegane rechterlijke beslissing heeft geleid of de desbetreffende procedure op een andere wijze is beëindigd en hiervan in het register van de aanvragen tot verlening van communautaire kwekersrechten aantekening is gedaan, hervat het Bureau de aanvraagprocedure. Het kan de procedure eerder hervatten, maar niet vóór de reeds overeenkomstig lid 1 vastgestelde datum.


3. Wanneer de aanspraak op een communautair kwekersrecht op een voor het Bureau verbindende wijze op een andere persoon is overgegaan, kan deze de door de oorspronkelijke aanvrager ingeleide aanvraagprocedure in eigen naam voortzetten, mits hij het Bureau hiervan in kennis stelt binnen een maand nadat de desbetreffende in kracht van gewijsde gegane rechterlijke beslissing in het register van de aanvragen tot verlening van communautaire kwekersrechten is ingeschreven. Wanneer de oorspronkelijke aanvrager reeds rechten uit hoofde van artikel 83 van de basisverordening heeft betaald, worden deze geacht te zijn betaald door de persoon die als aanvrager in zijn plaats treedt.