Artikel 39

Print this page

  weegschaal.png

 

1. Wanneer een vordering als bedoeld in artikel 98, lid 1, van de basisverordening tegen de houder is ingesteld en dit in het register van communautaire kwekersrechten is ingeschreven, kan het Bureau de procedure tot verlening van een dwanglicentie schorsen. Het mag de procedure eerst hervatten, nadat de vordering tot een in kracht van gewijsde gegane rechterlijke beslissing heeft geleid of de desbetreffende procedure op een andere wijze is beëindigd en dit in het register is ingeschreven.

 

2. Wanneer het communautaire kwekersrecht op een voor het Bureau verbindende wijze op een andere persoon wordt overgedragen, treedt de nieuwe houder op verzoek van de verzoeker als partij tot de procedure toe, indien de verzoeker binnen twee maanden nadat hij door het Bureau van de inschrijving van de nieuwe houder in het register van communautaire kwekersrechten in kennis is gesteld, deze vruchteloos om een contractuele licentie heeft verzocht. De verzoeker moet bij zijn verzoek voldoende bewijsstukken betreffende zijn vergeefse poging en in voorkomend geval de handelwijze van de nieuwe houder voegen.

 

3. In het geval van een verzoek als bedoeld in artikel 29, lid 2, van de basisverordening treedt de nieuwe houder als partij tot de procedure toe. Lid 1 van dit artikel is in dit geval niet van toepassing.