Artikel 48

Print this page

  weegschaal.png

 

1. De in artikel 70, lid 1, van de basisverordening bedoelde instantie van het Bureau en de voorzitter van de Kamer van beroep dragen er door middel van interne voorbereidende maatregelen zorg voor dat de Kamer van beroep de zaak kan onderzoeken zodra deze aan haar is voorgelegd; de voorzitter kiest met name overeenkomstig artikel 46, lid 2, van de basisverordening de twee andere leden van de Kamer van beroep en wijst, voordat de zaak aan de Kamer van beroep wordt voorgelegd, een rapporteur aan.

 

2. Voordat de zaak aan de Kamer van beroep wordt voorgelegd, doet de in artikel 70, lid 1, van de basisverordening bedoelde instantie van het Bureau onverwijld een exemplaar van de van elke partij in de beroepsprocedure ontvangen stukken aan elke andere partij in de beroepsprocedure toekomen.

 

3. De voorzitter van het Bureau draagt er zorg voor dat, voordat de zaak aan de Kamer van beroep wordt voorgelegd, de in artikel 89 bedoelde bekendmaking geschiedt.