Artikel 60

Print this page

  weegschaal.png

 

1. Wanneer het Bureau het noodzakelijk acht partijen in de procedure, getuigen of deskundigen te horen of een inspectie te verrichten, neemt het dienaangaande een beslissing waarin het de te nemen maatregelen ter verkrijging van bewijs, de relevante feiten waarvan het bewijs moet worden geleverd, en de dag, tijd en plaats van de hoorzitting of de inspectie vermeldt. Wanneer een partij in de procedure om het horen van getuigen of deskundigen verzoekt, stelt het Bureau in zijn beslissing dienaangaande de termijn vast waarbinnen deze partij aan het Bureau de namen en adressen moet opgeven van de getuigen of deskundigen die zij wil doen horen.

 

2. De te horen partij in de procedure, getuige of deskundige wordt ten minste een maand van tevoren opgeroepen tenzij zij (hij) met het Bureau een kortere termijn overeenkomt. De oproeping moet bevatten:

a) een uittreksel van de in lid 1 bedoelde beslissing, waarin met name wordt vermeld op welke dag, tijd en plaats het onderzoek zal plaatsvinden en over welke feiten de partij, getuige of deskundige zal worden gehoord;
b) de namen van de partijen in de procedure en de vermelding van de rechten van getuigen en deskundigen uit hoofde van artikel 62, leden 2, 3 en 4;
c) de vermelding dat de partij, getuige of deskundige kan verzoeken te worden gehoord door de bevoegde rechterlijke of andere instantie van de staat waar zij (hij) haar (zijn) woonplaats heeft, en een verzoek om het Bureau binnen de termijn die het vaststelt, te laten weten of zij (hij) bereid is voor het Bureau te verschijnen.

 

3. Voordat een partij in de procedure, getuige of deskundige wordt gehoord, wordt haar (hem) meegedeeld dat het Bureau de bevoegde rechterlijke of andere instantie van de staat waar zij (hij) haar (zijn) woonplaats heeft, kan verzoeken haar (hem) onder ede of in een andere bindende vorm opnieuw te horen.

 

4. Wanneer een getuige of deskundige door een bevoegde rechterlijke of andere instantie zal worden gehoord, wordt dit aan de partijen in de procedure meegedeeld. Zij hebben het recht, de zitting bij te wonen en de partij, getuige of deskundige die verklaringen aflegt, te ondervragen, hetzij door tussenkomst van genoemde instantie, hetzij rechtstreeks.