Artikel 61

Print this page

  weegschaal.png

 

1. Wanneer het Bureau een deskundige aanwijst, bepaalt het in welke vorm deze zijn verslag moet indienen.

 

2. De aan de deskundige verstrekte opdracht moet bevatten:

a) een nauwkeurige taakomschrijving;

b) de termijn waarbinnen hij zijn verslag moet indienen;

c) de namen van de partijen in de procedure;

d) de vermelding van zijn rechten uit hoofde van artikel 62, leden 2, 3 en 4.

 

3. Het Bureau kan met het oog op de opstelling van het deskundigenverslag het onderzoeksbureau dat het technische onderzoek heeft verricht, verzoeken overeenkomstig de gegeven instructies materiaal ter beschikking te stellen. Het Bureau kan, zo nodig, ook partijen in de procedure of derden om materiaal verzoeken.

 

4. De partijen in de procedure ontvangen een exemplaar van het schriftelijke verslag, zo nodig met een vertaling.

 

5. De partijen in de procedure kunnen een deskundige wraken. Artikel 48, lid 3, en artikel 81, lid 2, van de basisverordening zijn van overeenkomstige toepassing.

 

6. Artikel 13, leden 2 en 3, is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de door het Bureau aangewezen deskundige. Wanneer het Bureau een deskundige aanwijst, wijst het hem op zijn geheimhoudingsplicht.