Regel 36

Print this page

1. De verklaring van afstand als bedoeld in artikel 49 (thans artikel 50, red. Boek9) van de verordening behelst:
a) het inschrijvingsnummer van het Gemeenschapsmerk;

b) naam en adres van de merkhouder overeenkomstig regel 1, lid 1, onder b);

c) [vervalt] 

d) indien van de afstand slechts voor sommige van de waren en diensten waarvoor het merk wordt ingeschreven kennis wordt gegeven, de waren en diensten waarvoor van de afstand kennis wordt gegeven of de waren en diensten waarvoor de inschrijving van het merk behouden dient te blijven.


2. Indien een recht van een derde op het Gemeenschapsmerk in het register wordt ingeschreven, wordt diens instemming met de afstand in toereikende mate bewezen geacht indien door de houder van dat recht of door diens vertegenwoordiger een verklaring van instemming met de afstand wordt getekend. Indien een licentie is ingeschreven, wordt de afstand ingeschreven drie maanden na de datum waarop de Gemeenschapsmerkhouder ten genoegen van het Bureau heeft aangetoond dat hij de licentiehouder van zijn voornemen om van het merk afstand te doen in kennis heeft gesteld. Indien de houder vóór het verstrijken van deze termijn ten genoegen van het Bureau de toestemming van de licentiehouder aantoont, wordt de afstand onverwijld ingeschreven.

 

3. Indien aan de voorwaarden betreffende de afstand niet wordt voldaan, doet het Bureau aan de indiener van de verklaring mededeling van de gebreken. Indien de gebreken niet binnen de door het Bureau te stellen termijn worden verholpen, weigert het Bureau de aantekening van de afstand in het register.