Regel 37

Print this page

Een vordering bij het Bureau tot vervallen-, respectievelijk nietigverklaring van een Gemeenschapsmerk overeenkomstig artikel 55 (thans artikel 56, red. Boek9) van de verordening behelst:

a) met betrekking tot de inschrijving waarvan de vervallen-, respectievelijk de nietigverklaring wordt verzocht:
i) het inschrijvingsnummer van het Gemeenschapsmerk waarvan de vervallen-, respectievelijk de nietigverklaring wordt verzocht;

ii) naam en adres van de houder van het Gemeenschapsmerk waarvan de vervallen-, respectievelijk de nietigverklaring wordt verzocht;

iii) een verklaring waaruit blijkt voor welke ingeschreven waren en diensten de vervallen-, respectievelijk de nietigverklaring wordt verzocht;
b) met betrekking tot de gronden waarop de vordering berust:
i) in het geval van een vordering krachtens artikel 50 (thans artikel 51, red. Boek9) of artikel 51 (thans artikel 52, red. Boek9) van de verordening, een verklaring houdende de gronden waarop de vordering tot vervallen-, respectievelijk nietigverklaring berust;

ii) in het geval van een vordering krachtens artikel 52 (thans artikel 53, red. Boek9), lid 1, van de verordening, nadere gegevens betreffende het recht waarop de vordering tot nietigverklaring berust, en indien nodig nadere gegevens waaruit blijkt dat de verzoeker het recht heeft om het oudere recht als nietigheidsgrond in te roepen;

iii) in het geval van een vordering krachtens artikel 52 (thans artikel 53, red. Boek9), lid 2, van de verordening, nadere gegevens betreffende het recht waarop de vordering tot nietigverklaring berust, en nadere gegevens waaruit blijkt dat de verzoeker houder is van een in artikel 52 (thans artikel 53, red. Boek9), lid 2, van de verordening bedoeld ouder recht of dat hij krachtens geldend nationaal recht gerechtigd is dat recht in te roepen;

iv) een opgave van de feiten, bewijsmateriaal en argumenten die ter staving van deze gronden worden aangevoerd;
c) met betrekking tot de verzoeker,
i) diens naam en adres overeenkomstig regel 1, lid 1, onder b);

ii) indien de verzoeker een vertegenwoordiger heeft aangewezen, diens naam en kantooradres overeenkomstig regel 1, lid 1, onder e).