Regel 73

Print this page

1. De procedure voor het Bureau wordt onderbroken:
a) bij overlijden of bij handelingsonbekwaamheid, hetzij van de aanvrager of de houder van een Gemeenschapsmerk, hetzij van de persoon die volgens het nationale recht bevoegd is voor deze te handelen. In zoverre deze gebeurtenissen de machtiging van de overeenkomstig artikel 89 (thans artikel 93, red. Boek9) van de verordening aangewezen vertegenwoordiger onverlet laten, wordt de procedure slechts onderbroken indien die vertegenwoordiger erom verzoekt;

b) indien de aanvrager of de houder van het Gemeenschapsmerk ten gevolge van een actie met betrekking tot zijn vermogen om wettelijke redenen de procedure voor het Bureau niet kan voortzetten;

c) indien de vertegenwoordiger van de aanvrager of van de houder van het Gemeenschapsmerk overlijdt, handelingsonbekwaam wordt verklaard of ten gevolge van een actie met betrekking tot zijn vermogen om wettelijke redenen de procedure voor het Bureau niet kan voortzetten.


2. Indien het Bureau in de in lid 1, onder a) en b), bedoelde gevallen in kennis is gesteld van de persoon die gemachtigd werd de procedure voor het Bureau voort te zetten, deelt het deze persoon en een eventuele belanghebbende derde mede, dat de procedure op een door het Bureau vast te stellen datum zal worden hervat.

 

3. In het in lid 1, onder c), bedoelde geval wordt de procedure hervat indien het Bureau van de aanwijzing van een nieuwe vertegenwoordiger van de aanvrager in kennis is gesteld of indien het de andere partijen kennis heeft gegeven van het feit dat de aanwijzing van een nieuwe vertegenwoordiger van de Gemeenschapsmerkhouder aan het Bureau is gemeld. Indien het Bureau binnen drie maanden na het begin van de onderbreking van de procedure niet van de aanwijzing van een nieuwe vertegenwoordiger in kennis is gesteld, deelt het aan de aanvrager of aan de houder van het Gemeenschapsmerk mede:
a) dat, wanneer artikel 88 (thans artikel 92, red. Boek9), lid 2, van de verordening van toepassing is, de aanvrage om een Gemeenschapsmerk wordt geacht te zijn ingetrokken indien van de aanwijzing van een nieuwe vertegenwoordiger niet binnen twee maanden na de kennisgeving van deze mededeling bericht wordt gegeven, of

b) dat, wanneer artikel 88 (thans artikel 92, red. Boek9), lid 2, van de verordening niet van toepassing is, de procedure met de aanvrager of de houder van het Gemeenschapsmerk op de datum van de kennisgeving van deze mededeling zal worden hervat.


4. De op de datum van de onderbreking van de procedure ten aanzien van de aanvrager of de houder vanhet Gemeenschapsmerk lopende termijnen, vangen met uitzondering van de termijn voor de betaling van de vernieuwingstaksen, aan geheel opnieuw te lopen op de dag waarop de procedure wordt hervat.