Artikel 15

Print this page

  weegschaal.png

 

1. Wanneer de aanvrage een verzoek om opschorting van de publicatie overeenkomstig artikel 50 van Verordening (EG) nr. 6/2002 bevat, moet de houder samen met het verzoek of uiterlijk drie maanden voor het verstrijken van de opschortingstermijn van 30 maanden:

a) de in artikel 6, lid 1, onder b), bedoelde publicatietaks betalen;

b) in het geval van een meervoudige inschrijving, de in artikel 6, lid 1, onder d), bedoelde bijkomende publicatietaksen betalen;

c) ingeval overeenkomstig artikel 5 een afbeelding van het model door een specimen is vervangen, een afbeelding van het model overeenkomstig artikel 4 indienen. Dit geldt voor alle modellen van een meervoudige aanvrage waarvoor publicatie wordt gevraagd;

d) in het geval van een meervoudige inschrijving, duidelijk aangeven welke modellen van de meervoudige inschrijving moeten worden gepubliceerd of voor welke modellen van publicatie wordt afgezien of, indien de opschortingstermijn nog niet is verstreken, voor welke modellen deze termijn blijft lopen.

Wanneer de houder voor het verstrijken van de opschortingstermijn van 30 maanden om publicatie verzoekt, dient hij uiterlijk drie maanden voor de gevraagde datum van publicatie aan de in de eerste alinea, onder a) tot en met d), gestelde eisen te voldoen.

 

2. Wanneer de houder niet aan de in lid 1, onder c) of d), gestelde eisen voldoet, verzoekt het Bureau hem deze gebreken binnen een bepaalde termijn te verhelpen; deze termijn mag in geen geval na de opschortingstermijn van 30 maanden verstrijken.

 

3. Indien de houder de in lid 2 bedoelde gebreken niet binnen de toepasselijke termijn verhelpt,

a) wordt het ingeschreven Gemeenschapsmodel geacht van het begin af aan niet de in Verordening (EG) nr. 6/2002 bepaalde rechtsgevolgen te hebben gehad;

b) wordt, ingeval de houder overeenkomstig lid 1, tweede alinea, om eerdere publicatie heeft verzocht, het verzoek geacht niet te zijn ingediend.

 

4. Indien de houder de in lid 1, onder a) of b), genoemde taksen niet voldoet, verzoekt het Bureau hem binnen een bepaalde termijn, die echter in geen geval mag verstrijken na afloop van de opschortingstermijn van 30 maanden, deze taksen te betalen, samen met de in artikel 107, lid 2, onder b) of d), van Verordening (EG) nr. 6/2002 en Verordening (EG) nr. 2246/2002 vastgestelde taksen voor laattijdige betaling.

Indien de betaling niet binnen deze termijn is verricht, stelt het Bureau de houder ervan in kennis dat het ingeschreven Gemeenschapsmodel van het begin af aan niet de in Verordening (EG) nr. 6/2002 bepaalde rechtsgevolgen heeft gehad.

Indien, in het geval van een meervoudige inschrijving, binnen de genoemde termijn een betaling is verricht, maar niet alle krachtens lid 1, onder a) en b), verschuldigde taksen en de taksen voor laattijdige betaling door deze betaling worden gedekt, worden alle modellen waarvoor geen taksen zijn betaald, geacht van het begin af aan niet de in Verordening (EG) nr. 6/2002 bepaalde rechtsgevolgen te hebben gehad.

Tenzij duidelijk is op welke modellen het betaalde bedrag betrekking heeft, neemt het Bureau bij ontbreken van andere criteria om vast te stellen op welke modellen het betaalde bedrag betrekking heeft, de modellen in aanmerking in de volgorde waarin zij overeenkomstig artikel 2, lid 4, zijn genummerd.

Alle modellen waarvoor de bijkomende publicatietaks en de taks voor laattijdige betaling niet of niet volledig zijn betaald, worden geacht van het begin af niet de in Verordening (EG) nr. 6/2002 bepaalde rechtsgevolgen te hebben gehad.