Artikel 28

Print this page

  weegschaal.png

 

1. Een vordering bij het Bureau tot nietigverklaring van een Gemeenschapsmodel overeenkomstig artikel 52 van Verordening (EG) nr. 6/2002 behelst:

a) met betrekking tot het ingeschreven Gemeenschapsmodel waarvan de nietigverklaring wordt verzocht:

i) het inschrijvingsnummer;

ii) de naam en het adres van de houder;

b) met betrekking tot de gronden waarop de vordering berust:

i) een verklaring van de gronden waarop de vordering tot nietigverklaring berust;

ii) in het geval van een vordering krachtens artikel 25, lid 1, onder d), van Verordening (EG) nr. 6/2002, bovendien de afbeelding en nadere gegevens van het eerdere model waarop de vordering tot nietigverklaring is gebaseerd en waaruit blijkt dat de verzoeker het recht heeft overeenkomstig artikel 25, lid 3, van die verordening het oudere model als nietigheidsgrond in te roepen;

iii) in het geval van een vordering krachtens artikel 25, lid 1, onder e) of f), van Verordening (EG) nr. 6/2002, bovendien de afbeelding en nadere gegevens van het onderscheidend teken of het auteursrechtelijk beschermde werk waarop de vordering tot nietigverklaring is gebaseerd en nadere gegevens waaruit blijkt dat de verzoeker houder is van het oudere recht overeenkomstig artikel 25, lid 3, van die verordening;

iv) in het geval van een vordering krachtens artikel 25, lid 1, onder g), van Verordening (EG) nr. 6/2002, bovendien de afbeelding en nadere gegevens van de relevante zaak waarnaar in dat artikel wordt verwezen en nadere gegevens waaruit blijkt dat de vordering is ingesteld door de persoon of rechtspersoon die getroffen is door het oneigenlijke gebruik overeenkomstig artikel 25, lid 4, van die verordening;

v) indien als nietigheidsgrond wordt aangevoerd dat het ingeschreven Gemeenschapsmodel niet aan de in de artikelen 5 en 6 van Verordening (EG) nr. 6/2002 bedoelde eisen voldoet, de vermelding en de reproductie van de eerdere modellen die een beletsel kunnen vormen voor de nieuwheid of het eigen karakter van het ingeschreven Gemeenschapsmodel en documenten waaruit het bestaan van die oudere modellen blijkt;

vi) een opgave van de feiten, het bewijsmateriaal en de argumenten die ter staving van deze gronden worden aangevoerd;

c) met betrekking tot de verzoeker,

i) zijn naam en adres overeenkomstig artikel 1, lid 1, onder b);

ii) indien de verzoeker een vertegenwoordiger heeft aangewezen, diens naam en kantooradres overeenkomstig artikel 1, lid 1, onder e);

iii) in het geval van een vordering krachtens artikel 25, lid 1, onder c), van Verordening (EG) nr. 6/2002, bovendien nadere gegevens waaruit blijkt dat de vordering is ingesteld door een persoon of personen die hiertoe krachtens artikel 25, lid 2, van die verordening het recht heeft of hebben.

 

2. De in artikel 52, lid 2, van Verordening (EG) nr. 6/2002 bedoelde taks is op de vordering van toepassing.

 

3. Het Bureau stelt de houder ervan in kennis dat een vordering tot nietigverklaring is ingesteld.