Artikel 59

Print this page

  weegschaal.png

 

1. De procedure voor het Bureau wordt onderbroken:

a) bij overlijden of bij handelingsonbekwaamheid, hetzij van de aanvrager of de houder van een ingeschreven Gemeenschapsmodel, hetzij van de persoon die volgens het nationale recht bevoegd is voor deze te handelen;

b) indien de aanvrager of de houder van een ingeschreven Gemeenschapsmodel ten gevolge van een actie met betrekking tot zijn vermogen, om wettelijke redenen de procedure voor het Bureau niet kan voortzetten;

c) indien de vertegenwoordiger van de aanvrager of van de houder van een ingeschreven Gemeenschapsmodel overlijdt, handelingsonbekwaam wordt of ten gevolge van een actie met betrekking tot zijn vermogen om wettelijke redenen de procedure voor het Bureau niet kan voortzetten.

Voorzover de in de eerste alinea, onder a), bedoelde gebeurtenissen de machtiging van de overeenkomstig artikel 78 van Verordening (EG) nr. 6/2002 aangewezen vertegenwoordiger onverlet laten, wordt de procedure slechts onderbroken indien die vertegenwoordiger erom verzoekt.

 

2. Wanneer het Bureau in de in lid 1, eerste alinea, onder a) en b), bedoelde gevallen in kennis is gesteld van de persoon die gemachtigd is de procedure voor het Bureau voort te zetten, deelt het deze persoon en een eventuele belanghebbende derde mede dat de procedure op een door het Bureau vast te stellen datum zal worden hervat.

 

3. In het in lid 1, eerste alinea, onder c), bedoelde geval wordt de procedure hervat wanneer het Bureau van de aanwijzing van een nieuwe vertegenwoordiger van de aanvrager in kennis is gesteld of wanneer het Bureau de andere partijen ervan in kennis heeft gesteld dat de aanwijzing van een nieuwe vertegenwoordiger van de houder van het ingeschreven Gemeenschapsmodel is gemeld.

Indien het Bureau binnen drie maanden na het begin van de onderbreking van de procedure niet van de aanwijzing van een nieuwe vertegenwoordiger in kennis is gesteld, stelt het de aanvrager of de houder van het ingeschreven Gemeenschapsmodel hiervan in kennis en deelt het mede:

a) wanneer artikel 77, lid 2, van Verordening (EG) nr. 6/2002 van toepassing is, dat de aanvrage van een Gemeenschapsmodel wordt geacht te zijn ingetrokken indien van de aanwijzing van een nieuwe vertegenwoordiger niet binnen twee maanden na de kennisgeving van die mededeling bericht wordt gegeven, of

b) wanneer artikel 77, lid 2, van Verordening (EG) nr. 6/2002 niet van toepassing is, dat de procedure met de aanvrager of de houder van het Gemeenschapsmodel op de datum van de kennisgeving van die mededeling zal worden hervat.

 

4. De op de datum van de onderbreking van de procedure ten aanzien van de aanvrager of de houder van het Gemeenschapsmodel geldende termijnen, beginnen, met uitzondering van de termijn voor de betaling van de vernieuwingstaksen, opnieuw te lopen op de dag waarop de procedure wordt hervat.