Considerans

Print this page

Verordening (EU) nr. 1260/2012 van de Raad

van 17 december 2012

tot het uitvoering geven aan nauwere samenwerking op het gebied van de instelling van eenheidsoctrooibescherming met betrekking tot de toepasselijke vertaalregelingen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 118, tweede alinea,

Gezien Besluit 2011/167/EU van de Raad van 10 maart 2011 houdende machtiging om nauwere samenwerking aan te gaan op het gebied van de instelling van eenheidsoctrooibescherming [1],

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Parlement,

Handelend volgens een bijzondere wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1) Overeenkomstig Besluit 2011/167/EU werden België, Bulgarije, Tsjechië, Denemarken, Duitsland, Estland, Ierland, Griekenland, Frankrijk, Cyprus, Letland, Litouwen, Luxemburg, Hongarije, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Finland, Zweden en het Verenigd Koninkrijk (hierna "de deelnemende lidstaten" genoemd) gemachtigd om onderling nauwere samenwerking aan te gaan op het gebied van de instelling van eenheidsoctrooibescherming.

 

(2) Overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1257/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2012 tot het uitvoering geven aan nauwere samenwerking op het gebied van de instelling van eenheidsoctrooibescherming [2] kunnen op verzoek van de octrooihouder bepaalde Europese octrooien die door het Europees Octrooibureau (hierna "EOB") zijn verleend volgens de voorschriften en procedures van het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien van 5 oktober 1973, zoals herzien op 17 december 1991 en 29 november 2000, (hierna "EOV"), eenheidswerking genieten in de deelnemende lidstaten.

 

(3) Overeenkomstig artikel 118, tweede alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie ("VWEU") moeten vertaalregelingen voor Europese octrooien die eenheidswerking genieten in de deelnemende lidstaten (hierna "Europees octrooi met eenheidswerking" genoemd) bij een afzonderlijke verordening worden vastgesteld.

 

(4) Overeenkomstig Besluit 2011/167/EU moeten de vertaalregelingen voor Europese octrooien met eenheidswerking eenvoudig en kosteneffectief zijn. Ze moeten overeenstemmen met die van het voorstel voor een verordening van de Raad inzake de vertaalregelingen voor het EU-octrooi, dat door de Commissie op 30 juni 2010 werd ingediend, in combinatie met de door het voorzitterschap in november 2010 voorgestelde compromiselementen, waarvoor in de Raad brede steun bestond.

 

(5) Dergelijke vertaalregelingen moeten rechtszekerheid waarborgen en innovatie stimuleren en in het bijzonder ten goede komen aan kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's). Ze moeten de toegang tot het Europees octrooi met eenheidswerking en tot het octrooistelsel als geheel gemakkelijker, minder kostbaar en rechtszeker maken.

 

(6) Aangezien het EOB verantwoordelijk is voor het verlenen van Europese octrooien, dienen de vertaalregelingen voor het Europees octrooi met eenheidswerking op de huidige procedure in het EOB te worden gebaseerd. Deze regelingen moeten wat procedurekosten en de beschikbaarheid van technische informatie betreft, het vereiste evenwicht nastreven tussen de belangen van de ondernemers enerzijds en het algemeen belang anderzijds.

 

(7) Onverminderd de overgangsregelingen zijn geen verdere vertalingen vereist wanneer het octrooischrift van een Europees octrooi met eenheidswerking overeenkomstig artikel 14, lid 6, EOV is gepubliceerd. Artikel 14, lid 6, EOV bepaalt dat het Europees octrooischrift moet worden gepubliceerd in de proceduretaal voor het EOB en een vertaling van de conclusies in de twee andere officiële talen van het EOB moet bevatten.

 

(8) In geval van een geschil betreffende een Europees octrooi met eenheidswerking is het gerechtvaardigd te verlangen dat de octrooihouder op verzoek van de vermeende inbreukmaker een volledige vertaling van het octrooi verstrekt in een officiële taal van de deelnemende lidstaat waar de vermeende inbreuk heeft plaatsgevonden of van de lidstaat waar de vermeende inbreukmaker gevestigd is. Op verzoek van een gerecht dat in de deelnemende lidstaten bevoegd is voor geschillen betreffende het Europees octrooi met eenheidswerking, moet de octrooihouder eveneens een volledige vertaling van het octrooi in de proceduretaal van dat gerecht verstrekken. Dergelijke vertalingen mogen niet op geautomatiseerde wijze worden uitgevoerd en dienen op kosten van de octrooihouder te worden verstrekt.

 

(9) In geval van een geschil betreffende een vordering tot schadevergoeding moet het gerecht dat het geschil behandelt, in overweging nemen dat de vermeende inbreukmaker, voordat hem een vertaling in zijn eigen taal werd verstrekt, mogelijk te goeder trouw heeft gehandeld en mogelijk niet wist of redelijkerwijze kon weten dat hij inbreuk op het octrooi pleegde. Het bevoegde gerecht moet de omstandigheden van het geval in kwestie beoordelen en onder meer rekening houden met de vraag of de vermeende inbreukmaker een kmo is die enkel op lokaal niveau actief is, met de proceduretaal voor het EOB en, tijdens de overgangsperiode, met de samen met het verzoek om eenheidswerking ingediende vertaling.

 

(10) Om de toegang tot Europese octrooien met eenheidswerking te vergemakkelijken, in het bijzonder voor kmo's, moeten aanvragers over de mogelijkheid kunnen beschikken hun aanvragen in een van de officiële talen van de Unie bij het EOB in te dienen. Als aanvullende maatregel moeten bepaalde aanvragers van een Europees octrooi die Europese octrooien met eenheidswerking verkrijgen en die een aanvraag hebben ingediend in een van de officiële talen van de Unie die geen officiële taal is van het EOB en wier verblijfplaats of hoofdvestiging zich bevindt in een lidstaat aanvullende compensaties van de kosten van vertaling van de taal van de octrooiaanvraag in de proceduretaal van het EOB ontvangen, naast hetgeen reeds bestaat bij het EOB. Dergelijke compensaties moeten overeenkomstig artikel 9 van Verordening (EU) nr. 1257/2012 door het EOB worden beheerd.

 

(11) Om de beschikbaarheid van octrooi-informatie en de verspreiding van technologische kennis te bevorderen, moeten machinevertalingen van octrooiaanvragen en octrooischriften in alle officiële talen van de Unie zo spoedig mogelijk beschikbaar zijn. Machinevertalingen worden momenteel door het EOB ontwikkeld en zijn een zeer belangrijk hulpmiddel voor een betere toegang tot octrooi-informatie en voor de brede verspreiding van technologische kennis. De tijdige beschikbaarheid van hoogwaardige machinevertalingen van Europese octrooiaanvragen en octrooischriften in alle officiële talen van de Unie zou alle gebruikers van het Europees octrooistelsel ten goede komen. Machinevertalingen spelen een belangrijke rol in het beleid van de Europese Unie. Deze machinevertalingen moeten uitsluitend informatiedoeleinden dienen en mogen geen rechtsgevolgen hebben.

 

(12) Tijdens de overgangsperiode, totdat een stelsel van hoogwaardige machinevertalingen in alle officiële talen van de Unie beschikbaar is, moet een verzoek om eenheidswerking zoals bedoeld in artikel 9 van Verordening (EU) nr. 1257/2012, vergezeld gaan van een volledige vertaling van het octrooischrift in het Engels wanneer de proceduretaal voor het EOB Frans of Duits is, dan wel in één van de officiële talen van de lidstaten die een officiële taal van de Unie is, wanneer de proceduretaal voor het EOB Engels is. Deze regelingen zouden ervoor zorgen dat tijdens de overgangsperiode alle Europese octrooien met eenheidswerking beschikbaar worden gesteld in het Engels, dat de gebruikelijke taal is op het gebied van internationaal technologisch onderzoek en publicaties. Voorts zouden deze regelingen ervoor zorgen dat er met betrekking tot Europese octrooien met eenheidswerking vertalingen in andere officiële talen van de deelnemende lidstaten zouden worden gepubliceerd. Dergelijke vertalingen mogen niet op geautomatiseerde wijze worden uitgevoerd en de hoge kwaliteit ervan moet bijdragen aan het verbeteren van vertaalmachines door het EOB. Zij zouden eveneens de verspreiding van octrooi-informatie bevorderen.

 

(13) De overgangsperiode moet worden beëindigd zodra hoogwaardige machinevertalingen in alle officiële talen van de Unie beschikbaar zijn, mits de kwaliteit regelmatig en objectief wordt getoetst door een onafhankelijke commissie van deskundigen die door de deelnemende lidstaten in het kader van de Europese Octrooiorganisatie wordt opgericht en die samengesteld is uit vertegenwoordigers van het EOB en de gebruikers van het Europees octrooistelsel. Gezien de stand van de technologische ontwikkeling mag de maximumperiode voor de ontwikkeling van hoogwaardige machinevertalingen niet worden geacht langer te duren dan 12 jaar. Tenzij wordt besloten de overgangsperiode eerder te beëindigen, moet deze bijgevolg 12 jaar na de datum waarop deze verordening van toepassing wordt, verstrijken.

 

(14) Aangezien de materiële bepalingen inzake een Europees octrooi met eenheidswerking geregeld worden door Verordening (EU) nr. 1257/2012 en met de in deze verordening bepaalde vertaalregelingen worden aangevuld, moet deze verordening op dezelfde datum van toepassing worden als Verordening (EU) nr. 1257/2012.

 

(15) Deze verordening doet geen afbreuk aan de regeling van het taalgebruik door de instellingen van de Unie zoals vastgelegd overeenkomstig artikel 342 VWEU, en evenmin aan Verordening nr. 1 van de Raad van 15 april 1958 tot regeling van het taalgebruik in de Europese Economische Gemeenschap [3]. Deze verordening is gebaseerd op de talenregeling van het EOB en mag niet worden geacht een specifieke talenregeling voor de Unie in het leven te roepen, en evenmin worden geacht een precedent te scheppen voor een beperkte talenregeling van welke toekomstige rechtshandeling van de Unie ook.

 

(16) Aangezien het doel van deze verordening, met de invoering van een eenvormige en eenvoudige vertaalregeling voor Europese octrooien met eenheidswerking, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en derhalve vanwege de omvang en de gevolgen van deze verordening beter op uniaal niveau kan worden bereikt, kan de Unie, waar passend door middel van nauwere samenwerking, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om die doelstelling te verwezenlijken,

 

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: