Regel 114

Print this page

1. Indien overeenkomstig artikel 151 van de verordening tegen een internationale inschrijving waarin de Europese Gemeenschap wordt aangewezen, oppositie wordt ingesteld, bevat het bezwaarschrift:
a) het nummer van de internationale inschrijving waartegen de oppositie is gericht;
b) een opgave van de in de internationale inschrijving vermelde waren en diensten waartegen de oppositie is gericht;
c) de naam van de houder van de internationale inschrijving;

d) de in regel 15, lid 2, onder b) tot en met h), bedoelde gegevens en bescheiden.


2. Regel 15, leden 1, 3 en 4, en de regels 16 tot en met 22 zijn van toepassing behoudens het volgende:
a) elke verwijzing naar een aanvraag voor een inschrijving van het Gemeenschapsmerk moet worden gelezen als een verwijzing naar een internationale inschrijving;
b) elke verwijzing naar een intrekking van de aanvraag voor de inschrijving van het Gemeenschapsmerk moet worden gelezen als een verwijzing naar de afstand van de internationale inschrijving ten aanzien van de Europese Gemeenschap;
c) elke verwijzing naar de aanvrager moet worden gelezen als een verwijzing naar de houder van de internationale inschrijving.

3. Indien voor het verstrijken van de in artikel 151, lid 2, van de verordening bedoelde periode van zes maanden oppositie is ingesteld, wordt de oppositie geacht te zijn ingesteld op de eerste dag na het verstrijken van de periode van zes maanden. Artikel 42 (thans artikel 41, red. Boek9), lid 3, tweede zin, van de verordening blijft onverminderd van toepassing.

4. Indien de houder van de internationale inschrijving zich overeenkomstig artikel 88 (thans artikel 92, red. Boek9), lid 2, van de verordening in een procedure voor het Bureau moet doen vertegenwoordigen en hij nog geen vertegenwoordiger in de zin van artikel 89 (thans artikel 93, red. Boek9), lid 1, van de verordening heeft benoemd, bevat de kennisgeving van de oppositie aan de houder van de internationale inschrijving overeenkomstig regel 19 de oproep om binnen twee maanden na de datum van kennisgeving een vertegenwoordiger in de zin van artikel 89 (thans artikel 93, red. Boek9), lid 1, van de verordening te benoemen.
Indien de houder van de internationale inschrijving niet binnen deze termijn een vertegenwoordiger benoemt, besluit het Bureau de bescherming van de internationale inschrijving te weigeren.

5. De oppositieprocedure wordt opgeschort indien overeenkomstig regel 112 (thans artikel 116, red. Boek9) een voorlopige weigering van bescherming van ambtswege is of wordt gezonden. Wanneer de voorlopige weigering van ambtswege leidt tot een definitieve beslissing om de bescherming van het merk te weigeren, staakt het Bureau de procedure en vergoedt het de oppositietaks, en wordt geen beslissing over de verdeling van de kosten genomen.