Artikel 10

Print this page

  weegschaal.png

 

1. Het Bureau deelt de aanvrager mee dat geen datum van indiening kan worden toegekend indien de aanvrage niet aan de voorwaarden voor het toekennen van een datum van indiening voldoet, omdat een of meer van de volgende gegevens ontbreken:

a) een verzoek om inschrijving van het model als een ingeschreven Gemeenschapsmodel;

b) gegevens ter identificatie van de aanvrager;

c) een afbeelding van het model overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder d) en e), of, indien van toepassing, een specimen.

 

2. Indien de in lid 1 genoemde ontbrekende gegevens binnen twee maanden na ontvangst van de mededeling worden verstrekt, geldt als datum van indiening de datum waarop alle ontbrekende gegevens zijn verstrekt. Indien de ontbrekende gegevens niet binnen die termijn worden verstrekt, wordt de aanvrage niet als een aanvrage van een Gemeenschapsmodel behandeld. Reeds betaalde taksen worden terugbetaald.

 

3. Het Bureau verzoekt de aanvrager de vastgestelde gebreken binnen een door het Bureau te stellen termijn te verhelpen ingeval reeds een datum van indiening is toegekend, maar uit het onderzoek blijkt dat:

a) niet aan de voorwaarden van de artikelen 1, 2, 4 en 5 of aan de andere, in Verordening (EG) nr. 6/2002 of in de onderhavige verordening vervatte formele voorwaarden voor aanvragen is voldaan;

b) het Bureau niet het volledige bedrag van de taksen dat overeenkomstig artikel 6, lid 1, in samenhang met Verordening (EG) nr. 2246/2002 van de Commissie(2) is verschuldigd, heeft ontvangen;

c) wanneer overeenkomstig de artikelen 8 en 9 in de aanvrage of binnen een maand na de datum van indiening ervan een beroep op voorrang is gedaan, niet aan de andere voorwaarden van die artikelen is voldaan;

d) in het geval van een meervoudige aanvrage, de voortbrengselen waarin de modellen zullen worden verwerkt of waarop deze zullen worden toegepast, tot meer dan een klasse van de classificatie van Locarno behoren.

Het Bureau verzoekt de aanvrager met name, binnen twee maanden na de datum van kennisgeving, de verschuldigde taksen te betalen, samen met de taksen wegens laattijdige betaling, vastgesteld in artikel 107, lid 2, onder a) tot en met d), van Verordening (EG) nr. 6/2002 en in Verordening (EG) nr. 2246/2002.

In het geval van het in de eerste alinea, onder d), genoemde gebrek verzoekt het Bureau de aanvrager de meervoudige aanvrage op te splitsen, teneinde te verzekeren dat aan de in artikel 2, lid 2, genoemde eisen wordt voldaan. Het verzoekt de aanvrager eveneens alle taksen die voortvloeien uit de opsplitsing van de meervoudige aanvrage, binnen de door het Bureau gestelde termijn volledig te betalen.

Nadat de aanvrager binnen de gestelde termijn aan het verzoek om opsplitsing van de meervoudige aanvrage heeft voldaan, geldt de datum van indiening die aan de oorspronkelijke meervoudige aanvrage was toegekend als datum van indiening voor de uit de opsplitsing voortvloeiende aanvrage of aanvragen.

 

4. Indien de in lid 3, onder a) en d), genoemde gebreken niet binnen de gestelde termijn worden verholpen, wijst het Bureau de aanvrage af.

 

5. Indien de krachtens artikel 6, lid 1, onder a) en b), verschuldigde taksen niet binnen de gestelde termijn worden betaald, wijst het Bureau de aanvrage af.

 

6. Indien de krachtens artikel 6, lid 1, onder c) of d), verschuldigde bijkomende taksen met betrekking tot een meervoudige aanvrage niet of niet volledig binnen de gestelde termijn zijn betaald, wijst het Bureau de aanvrage af met betrekking tot alle bijkomende modellen die niet door het betaalde bedrag zijn gedekt. Bij ontbreken van criteria om vast te stellen op welke modellen het betaalde bedrag betrekking heeft, neemt het Bureau de modellen in aanmerking in de volgorde waarin zij overeenkomstig artikel 2, lid 4, zijn genummerd. Het Bureau wijst de aanvrage af voorzover deze betrekking heeft op de modellen waarvoor de bijkomende taksen niet of niet volledig zijn betaald.

 

7. Indien de in lid 3, onder c), genoemde gebreken niet binnen de gestelde termijn worden verholpen, vervalt het recht van voorrang voor de aanvrage.

 

8. Indien een van de in lid 3 genoemde gebreken niet binnen de gestelde termijn is verholpen en dit gebrek slechts op sommige modellen van een meervoudige aanvrage betrekking heeft, wijst het Bureau de aanvrage af of vervalt het recht van voorrang alleen met betrekking tot die modellen.