Artikel 23

Print this page

  weegschaal.png

 

1. Een aanvrage om inschrijving van een overgang overeenkomstig artikel 28 van Verordening (EG) nr. 6/2002 behelst:

a) het inschrijvingsnummer van het Gemeenschapsmodel;

b) gegevens van de nieuwe houder, overeenkomstig artikel 1, lid 1, onder b);

c) wanneer de overgang niet alle modellen van een meervoudige inschrijving omvat, de gegevens van de ingeschreven modellen waarop de overgang betrekking heeft;

d) bescheiden die naar behoren bewijs leveren van de overgang.

 

2. In de aanvrage mogen, in voorkomend geval, de naam en het kantooradres van de vertegenwoordiger van de nieuwe houder worden vermeld, overeenkomstig artikel 1, lid 1, onder e). 

 

3. De aanvrage wordt eerst geacht te zijn ingediend wanneer de verschuldigde taks is betaald. Wanneer de taks niet of niet volledig is betaald, stelt het Bureau de aanvrager daarvan in kennis.

 

4. Als voldoende bewijs van de overgang in de zin van lid 1, onder d), geldt het volgende:

a) de aanvrage om inschrijving van de overgang wordt ondertekend door de ingeschreven houder of diens vertegenwoordiger en door de rechtsopvolger of diens vertegenwoordiger; of

b) de aanvrage gaat, wanneer deze door de rechtsopvolger wordt ingediend, vergezeld van een door de ingeschreven houder of diens vertegenwoordiger ondertekende verklaring dat hij met de inschrijving van de rechtsopvolger instemt; of

c) de aanvrage gaat vergezeld van een ingevuld en door de ingeschreven houder of diens vertegenwoordiger en door de rechtsopvolger of diens vertegenwoordiger ondertekend overgangsformulier of -document.

 

5. Wanneer niet aan de vereisten voor de inschrijving van een overgang is voldaan, stelt het Bureau de aanvrager van de gebreken in kennis.

Indien de gebreken niet binnen een door het Bureau gestelde termijn worden verholpen, wijst het Bureau de aanvrage om inschrijving van de overgang af.

 

6. Voor twee of meer ingeschreven Gemeenschapsmodellen mag één enkele aanvrage om inschrijving van een overgang worden ingediend, mits in elk van die gevallen de ingeschreven houder en de rechtsopvolger dezelfden zijn.

 

7. De leden 1 tot en met 6 zijn van overeenkomstige toepassing op de overgang van aanvragen van ingeschreven Gemeenschapsmodellen. Van de overgang wordt aantekening gedaan in de dossiers die met betrekking tot de aanvrage van het Gemeenschapsmodel door het Bureau worden bijgehouden.