Artikel 31

Print this page

  weegschaal.png

 

1. Indien het Bureau de vordering niet overeenkomstig artikel 30 afwijst, stelt het de houder van de vordering in kennis en verzoekt het hem binnen een door het Bureau te stellen termijn zijn opmerkingen in te dienen.

 

2. Indien de houder geen opmerkingen indient, kan het Bureau zijn beslissing over de nietigverklaring gronden op het bewijsmateriaal waarover het beschikt.

 

3. Het Bureau deelt alle door de houder ingediende opmerkingen aan de verzoeker mede en kan hem verzoeken deze binnen een door het Bureau gestelde termijn te beantwoorden.

 

4. Alle kennisgevingen overeenkomstig artikel 53, lid 2, van Verordening (EG) nr. 6/2002 en alle dienaangaande ingediende opmerkingen worden de betrokken partijen medegedeeld.

 

5. Het Bureau kan de partijen verzoeken een minnelijke schikking te treffen.