Artikel 30

Print this page

  weegschaal.png

 

1. Indien het Bureau vaststelt dat de vordering tot nietigverklaring niet aan artikel 52 van Verordening (EG) nr. 6/2002, aan artikel 28, lid 1, van de onderhavige verordening of aan enige andere bepaling van Verordening (EG) nr. 6/2002 of van de onderhavige verordening voldoet, stelt het de verzoeker hiervan in kennis en verzoekt het hem de gebreken binnen een door het Bureau te stellen termijn te verhelpen.

Indien de gebreken niet binnen de gestelde termijn worden verholpen, verklaart het Bureau het verzoek niet-ontvankelijk.

 

2. Wanneer het Bureau vaststelt dat de verschuldigde taksen niet zijn betaald, stelt het de verzoeker daarvan in kennis en deelt het hem mede dat de vordering wordt geacht niet te zijn ingediend indien de verschuldigde taksen niet binnen een door het Bureau gestelde termijn worden betaald.

Wanneer de verschuldigde taksen na het verstrijken van de gestelde termijn worden betaald, worden zij aan de verzoeker terugbetaald.

 

3. De verzoeker wordt in kennis gesteld van elke beslissing waarbij een vordering tot nietigverklaring overeenkomstig lid 1 wordt afgewezen.

Wanneer de vordering overeenkomstig lid 2 wordt geacht niet te zijn ingediend, wordt de verzoeker daarvan in kennis gesteld.