Artikel 57

Print this page

  weegschaal.png

 

1. Wanneer bij Verordening (EG) nr. 6/2002 of bij de onderhavige verordening in een termijn wordt voorzien die door het Bureau moet worden vastgesteld, bedraagt deze termijn, indien de betrokken partij haar woonplaats of zetel of een vestiging in de Gemeenschap heeft, ten minste één maand, of, indien aan die voorwaarden niet is voldaan, ten minste twee maanden, en ten hoogste zes maanden.

Het Bureau kan, indien zulks in de omstandigheden passend is, verlenging van een termijn toestaan, indien daarom door de betrokken partij wordt verzocht en dat verzoek vóór het verstrijken van de oorspronkelijke termijn wordt ingediend.

 

2. Indien er twee of meer partijen zijn, kan het Bureau de verlenging van een termijn afhankelijk stellen van de toestemming van de andere partijen.