Artikel 18

Print this page

  weegschaal.png

 

1. In artikel 109, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EU) 2017/1001 bedoelde kosten worden door de verliezende partij gedragen, ten belope van de volgende maximumtarieven:
a) indien de in het gelijk gestelde partij niet is vertegenwoordigd, de reis- en verblijfkosten van die partij voor één persoon, heen en terug, tussen de woonplaats of het zakenadres en de plaats van de mondelinge behandeling overeenkomstig artikel 49 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/625:
i) ten bedrage van een treinkaartje eerste klasse met inbegrip van de gebruikelijke vervoerssupplementen ingeval de totale afstand ten hoogste 800 spoorwegkilometer bedraagt, of ten bedrage van de vluchtprijs in de toeristenklasse ingeval de totale afstand meer dan 800 spoorwegkilometer bedraagt of de reisroute mede een zeetraject omvat;
ii) verblijfkosten zoals vastgesteld in artikel 13 van bijlage VII bij het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Unie, vervat in Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 van de Raad (10);

b) reiskosten van vertegenwoordigers in de zin van artikel 120, lid 1, van Verordening (EU) 2017/1001, zoals bepaald onder a), i);
c) door de in het gelijk gestelde partij gemaakte kosten van vertegenwoordiging in de zin van artikel 120, lid 1, van Verordening (EU) 2017/1001:
i) in een oppositieprocedure: 300 EUR;
ii) in een procedure tot vervallen- of nietigverklaring van een Uniemerk: 450 EUR;
iii) in een beroepsprocedure: 550 EUR;
iv) indien een mondelinge procedure heeft plaatsgevonden waarvoor de partijen overeenkomstig artikel 49 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/625 zijn opgeroepen, worden de in de punten i), ii) en iii) genoemde bedragen verhoogd met 400 EUR.

 

2. Indien er meerdere aanvragers of houders van een Uniemerkaanvraag of -inschrijving zijn of indien er meerdere opposanten of aanvragers zijn die gezamenlijk een oppositie of een vordering tot vervallen- of nietigverklaring hebben ingediend, draagt de verliezende partij de in lid 1, onder a), bedoelde kosten voor slechts één van hen.


3. Indien de winnende partij door meerdere vertegenwoordigers in de zin van artikel 120, lid 1, van Verordening (EU) 2017/1001 is vertegenwoordigd, draagt de verliezende partij de in lid 1, onder b) en c), van dit artikel bedoelde kosten voor slechts één van hen.


4. De verliezende partij wordt niet verplicht aan de winnende partij andere dan de in de leden 1, 2 en 3 bedoelde kosten, uitgaven en honoraria met betrekking tot procedures voor het Bureau te vergoeden.