Artikel 8

Print this page

  weegschaal.png

 

1.De Administratie van oorsprong kan naar eigen goeddunken een taks vaststellen en te haren voordele innen, die zij van de aanvrager van de internationale inschrijving of van de rechthebbende op de internationale inschrijving kan vorderen in verband met de indiening van de internationale aanvrage of de verlenging van de internationale inschrijving.

 

2.De inschrijving van een merk bij het Internationale Bureau is afhankelijk van de voorafgaande betaling van een internationaal emolument dat, met inachtneming van de bepalingen van het zevende lid, letter a, omvat:

(i) een basisemolument;

(ii) een extra emolument voor de vierde en elke volgende klasse van de internationale classificatie waarin de waren en diensten waarop het merk betrekking heeft, is ingedeeld; een aanvullingsemolument voor ieder verzoek tot uitstrekking van de bescherming uit hoofde van artikel 3ter.

 

3.Het extra emolument genoemd in het tweede lid, punt ii, kan evenwel, zonder dat zulks ten nadele strekt van de datum van inschrijving, worden betaald binnen een door het reglement van uitvoering vastgestelde termijn indien het aantal klassen van waren of diensten is vastgesteld of wordt betwist door het Internationale Bureau. Indien na het verstrijken van genoemde termijn het extra emolument niet is betaald of de lijst van waren of diensten niet in de vereiste mate door de aanvrager is beperkt, wordt de internationale aanvrage als vervallen beschouwd.

 

4.De jaarlijkse opbrengst van de verschillende ontvangsten voor de internationale inschrijving, met uitzondering van de in het tweede lid, punten ii en iii, genoemde, worden in gelijke delen onder de overeenkomstsluitende Partijen verdeeld door het Internationale Bureau, na aftrek van de kosten en lasten gemoeid met de uitvoering van dit Protocol.

 

5.Het totaalbedrag van de in het tweede lid, punt ii, bedoelde extra emolumenten wordt aan het einde van elk jaar onder de betrokken overeenkomstsluitende Partijen verdeeld naar evenredigheid van het aantal merken waarvoor in elk van die Partijen in dat jaar bescherming is aangevraagd, waarbij dit aantal, wat betreft de overeenkomstsluitende Partijen die een vooronderzoek kennen, met een door het reglement van uitvoering te bepalen coëfficiënt wordt vermenigvuldigd.

 

6.Het totaalbedrag van de in het tweede lid, punt iii, bedoelde aanvullingsemolumenten wordt verdeeld volgens dezelfde regels als bepaald in het vijfde lid.

a) Een overeenkomstsluitende Partij kan verklaren dat zij, in verband met elke internationale inschrijving waarin zij is vermeld uit hoofde van artikel 3ter en in verband met de verlenging van elke zodanige internationale inschrijving, in plaats van een aandeel in de opbrengst van het extra emolument en het aanvullingsemolument, een emolument (hierna te noemen „het individuele emolument”) wenst te ontvangen, waarvan het bedrag wordt vermeld in de verklaring en dat kan worden gewijzigd in latere verklaringen, maar dat niet hoger mag zijn dan het bedrag dat de Administratie van genoemde overeenkomstsluitende Partij gerechtigd zou zijn om te ontvangen van een aanvrager voor een inschrijving van tien jaar, dan wel van de rechthebbende op een inschrijving voor de verlenging met tien jaar van die inschrijving, van het merk in het register van genoemde Administratie, waarbij bedoeld bedrag wordt verminderd met de besparingen voortvloeiende uit de internationale procedure. Wanneer een zodanig individueel emolument verschuldigd is,

(i) zijn geen extra emolumenten als bedoeld in het tweede lid, punt i, verschuldigd indien uit hoofde van artikel 3ter slechts overeenkomstsluitende Partijen zijn vermeld die een verklaring uit hoofde van dit lid hebben afgelegd, en

(ii) zijn geen aanvullingsemolumenten als bedoeld in het tweede lid, punt iii, verschuldigd ten aanzien van een overeenkomstsluitende Partij die een verklaring heeft afgelegd uit hoofde van dit lid.

b) Een verklaring uit hoofde van dit lid, letter a, kan worden afgelegd in de akten bedoeld in artikel 14, tweede lid, en de datum van vankrachtwording van de verklaring is dezelfde als de datum van inwerkingtreding van dit Protocol ten aanzien van de Staat of de intergouvernementele organisatie die de verklaring heeft afgelegd.

Een zodanige verklaring kan ook later worden afgelegd, in welk geval de verklaring van kracht wordt drie maanden nadat zij is ontvangen door de Directeur-Generaal, of op een latere in de verklaring aangegeven datum, met betrekking tot een internationale inschrijving waarvan de datum dezelfde is als of later valt dan de datum van vankrachtwording van de verklaring.