Artikel 16

Print this page

  weegschaal.png

 

1. De eiser levert de feiten, bewijzen en argumenten tot staving van de vordering aan tot de afsluiting van de contradictoire fase van een procedure tot vervallen- of tot nietigverklaring. De eiser verstrekt met name het volgende:
a) in geval van een vordering overeenkomstig artikel 58, lid 1, onder b) of c), of artikel 59 van Verordening (EU) 2017/1001 feiten, argumenten en bewijzen ter staving van de gronden waarop de vordering tot vervallen- of tot nietigverklaring berust;
b) in geval van een vordering krachtens artikel 60, lid 1, van Verordening (EU) 2017/1001 het bewijsmateriaal dat wordt vereist door artikel 7, lid 2, van deze verordening, en artikel 7, lid 3, is van overeenkomstige toepassing;
c) in geval van een vordering krachtens artikel 60, lid 2, van Verordening (EU) 2017/1001 bewijsmateriaal betreffende de verkrijging, het voortbestaan en de beschermingsomvang van het betrokken oudere recht alsmede bewijsmateriaal waaruit blijkt dat de eiser gerechtigd is tot het indienen van de vordering, waaronder, indien op het oudere recht een beroep wordt gedaan op grond van het recht van een lidstaat, een duidelijke omschrijving van de inhoud van het nationale recht waarop een beroep wordt gedaan onder bijvoeging van publicaties van de bepalingen of jurisprudentie ter zake. Indien het bewijsmateriaal betreffende de indiening of inschrijving van een ouder recht in de zin van artikel 60, lid 2, onder d), van Verordening (EU) 2017/1001 of het bewijsmateriaal betreffende de inhoud van het desbetreffende nationale recht online toegankelijk is via een door het Bureau erkende bron, kan de eiser dergelijk bewijsmateriaal verstrekken door naar die bron te verwijzen.


2. Bewijsmateriaal betreffende de indiening, de inschrijving of de vernieuwing van oudere rechten of, indien van toepassing, de inhoud van het nationale recht ter zake, waaronder bewijsmateriaal dat online toegankelijk is, zoals bedoeld in lid 1, onder b) en c), wordt ingediend in de taal van de procedure of gaat vergezeld van een vertaling in die taal. De vertaling wordt door de eiser uit eigen beweging ingediend, binnen een maand na de indiening van dat bewijsmateriaal. Al het overige bewijsmateriaal dat ter staving van de vordering wordt overgelegd door de eiser of, in geval van een vordering tot vervallenverklaring op grond van artikel 58, lid 1, onder a), van Verordening (EU) 2017/1001, door de houder van het litigieuze Uniemerk, is onderworpen aan artikel 24 van Uitvoeringsverordening (EU) 2018/626 Vertalingen die na het verstrijken van de gestelde termijnen zijn ingediend, worden niet in aanmerking genomen.