Artikel 17

Print this page

  weegschaal.png

 

1. Indien de vordering tegen de achtergrond van artikel 15 ontvankelijk is bevonden, stuurt het Bureau de partijen een mededeling om hen te laten weten dat de contradictoire fase van de procedure tot vervallen- of tot nietigverklaring is begonnen, en nodigt het de houder van het Uniemerk uit om binnen een bepaalde termijn opmerkingen te maken.


2. Wanneer het Bureau een partij in overeenstemming met artikel 64, lid 1, van Verordening (EU) 2017/1001 heeft verzocht opmerkingen te maken binnen een gestelde termijn en deze partij binnen die termijn geen opmerkingen indient, sluit het de contradictoire fase van de procedure en baseert het zijn beslissing over het verval of de nietigverklaring op het bewijsmateriaal waarover het beschikt.


3. Indien de eiser niet de feiten, argumenten of bewijzen heeft aangedragen die nodig zijn om de vordering te staven, wordt deze als ongegrond afgewezen.


4. Onverminderd artikel 62 worden alle door een der partijen ingediende opmerkingen aan de andere partij meegedeeld.


5. Indien de houder afstand doet van het Uniemerk dat voorwerp is van een vordering als bedoeld in artikel 12 ter bescherming van enkel waren of diensten waartegen de vordering niet is gericht, of het Uniemerk in een parallelle procedure vervallen of nietig wordt verklaard, wordt de procedure gesloten, tenzij artikel 57, lid 2, van Verordening (EU) 2017/1001 van toepassing is of de eiser blijk geeft van een rechtmatig belang bij het verkrijgen van een beslissing ten gronde.


6. Indien de houder gedeeltelijk afstand doet van het Uniemerk door sommige van de waren en diensten waartegen de eis gericht is, te schrappen, verzoekt het Bureau de eiser om binnen een door het Bureau te stellen termijn mee te delen of hij de vordering handhaaft en, zo ja, voor welke van de resterende waren of diensten. Wanneer de eiser de eis in het licht van de afstand intrekt, of indien het Bureau bericht ontvangt van een schikking tussen de partijen, wordt de procedure gesloten.


7. Indien de houder afstand wenst te doen van het litigieuze Uniemerk, doet hij dit door middel van een afzonderlijk document.


8. Artikel 8, lid 9, is van overeenkomstige toepassing.