Artikel 39

Print this page

  weegschaal.png

 

1. De rapporteur legt een ontwerpbeslissing voor aan de overige leden van de kamer van beroep en stelt een redelijke termijn vast waarbinnen tegenwerpingen kunnen worden gemaakt of om wijzigingen kan worden verzocht.


2. De kamer van beroep vergadert om over de te nemen beslissing te beraadslagen, indien blijkt dat niet alle leden van de kamer dezelfde mening zijn toegedaan. Aan de beraadslaging nemen slechts leden van de kamer van beroep deel; de voorzitter van de kamer van beroep kan echter andere functionarissen, onder meer griffiers of tolken, tot de beraadslaging toelaten. De beraadslagingen zijn en blijven geheim.


3. Bij de beraadslagingen tussen de leden van een kamer van beroep maakt de rapporteur als eerste zijn standpunt bekend en, indien deze niet tevens de voorzitter is, maakt de voorzitter als laatste zijn standpunt bekend.


4. Indien moet worden gestemd, wordt dezelfde volgorde aangehouden, behalve dat de voorzitter altijd als laatste stemt. Stemonthoudingen zijn niet toegestaan.


5. Alle leden van de kamer van beroep die deelnemen aan de beslissing, ondertekenen deze. Wanneer de kamer van beroep echter reeds tot een eindbeslissing is gekomen en een lid verhinderd is, wordt dat lid niet vervangen en tekent de voorzitter de beslissing namens dat lid. Indien de voorzitter verhinderd is, tekent het oudste lid van de kamer van beroep zoals bepaald overeenkomstig artikel 43, lid 1, de beslissing namens de voorzitter.


6. De leden 1 tot en met 5 zijn niet van toepassing indien een beslissing moet worden genomen door één enkel lid overeenkomstig artikel 165, lid 2, van Verordening (EU) 2017/1001 en artikel 36, lid 1, van deze verordening. In dergelijke gevallen worden de beslissingen ondertekend door dat enkele lid.