Artikel 42

Print this page

  weegschaal.png

 

1. Er wordt een griffie ingesteld bij de kamers van beroep. Deze is verantwoordelijk voor de ontvangst, verzending, bewaring en kennisgeving van alle documenten die verband houden met de procedure voor de kamers van beroep, en voor de samenstelling van de desbetreffende dossiers.


2. De griffie wordt geleid door een griffier. De griffier vervult de taken als bedoeld in dit artikel, onder het gezag van de president van de kamers van beroep, onverminderd het bepaalde in lid 3.


3. De griffier ziet erop toe dat alle formele vereisten en termijnen die zijn vastgesteld in Verordening (EU) 2017/1001, in deze verordening of in de beslissingen van het presidium van de kamers van beroep zoals vastgesteld overeenkomstig artikel 166, lid 4, onder c) en d), van Verordening (EU) 2017/1001, worden nageleefd. Hiertoe is de griffier belast met de volgende taken:
a) het ondertekenen van de beslissingen van de kamers van beroep inzake beroepen;
b) het opstellen en ondertekenen van het proces-verbaal van de mondelinge behandeling en de bewijsvoering;
c) het uitbrengen, hetzij op eigen initiatief, hetzij op verzoek van de kamer van beroep, van met redenen omklede adviezen aan de kamer van beroep inzake procedurele en formele vereisten, waaronder inzake onregelmatigheden, zoals bedoeld in artikel 23, lid 2, van deze verordening;
d) het beroep overleggen, overeenkomstig artikel 34, lid 1, van deze verordening, aan de instantie van het Bureau die de bestreden beslissing heeft genomen;
e) het gelasten, namens de kamer van beroep en in de gevallen als bedoeld in artikel 33, onder a) en b), van deze verordening, van de terugbetaling van de beroepstaks.


4. De griffier heeft, naar aanleiding van delegatie van de kant van de president van de kamers van beroep, de volgende taken:
a) het toewijzen van zaken overeenkomstig artikel 35, leden 1 en 4;
b) het uitvoeren, overeenkomstig artikel 166, lid 4, onder b), van Verordening (EU) 2017/1001, van de beslissingen van het presidium van de kamers van beroep in verband met de procesvoering voor de kamers van beroep.


5. De griffier kan naar aanleiding van delegatie van de kant van het presidium van de kamers van beroep op voorstel van de president van de kamers van beroep andere taken verrichten in verband met het verloop van de beroepsprocedure voor de kamers van beroep en de organisatie van het werk ervan.


6. De griffier kan de in dit artikel bedoelde taken delegeren aan een personeelslid van de griffie.


7. Bij verhindering van de griffier in de zin van artikel 43, lid 4, of indien de functie van griffier vacant is, wijst de president van de kamers van beroep een personeelslid van de griffie aan dat de taken van de griffier waarneemt zolang de griffier afwezig is.


8. De medewerkers van de griffie staan onder de leiding van de griffier.