Maart 2024

Print this page

IEPT20240329, Rb Rotterdam, Top-Line v Roos Wonen & Slapen
Eigen gezicht van Michelin-bank volstrekt ontoereikend toegelicht. Aan [eiser] komt geen auteursrechtelijke bescherming toe op ontwerp van Michelin-bank: gezien groot aanbod van in verschijningsvorm vergelijkbare zitbanken, zijn elementen niet onderscheidend genoeg om als auteursrechtelijk beschermde trekken te worden aangemerkt. Michelin-bank heeft geen eigen gezicht op de relevante markt, beroep op slaafse nabootsing afgewezen: ontoereikend onderbouwd dat Michelin zich in uiterlijke verschijningsvorm onderscheidt van andere, gelijksoortige producten op de relevante markt.

 

IEPT20240327, HvJEU(VP), Commission v Amazon

Amazon's verzoek om de verplichting op te schorten om een advertentierepository openbaar beschikbaar te maken wordt afgewezen. Amazon is aangewezen als zeer groot online platform en dient haar repository met gedetailleerde informatie over haar online advertenties openbaar beschikbaar te stellen. Amazon heeft om nietigeverklaring van dat besluit verzocht bij het Gerecht en een voorlopige maatregel verzocht om voor zover zij haar advertentierepository openbaar beschikbaar moest maken. Beroep hiertegen is ingesteld door de Commissie. Amazon zonder opschorting waarschijnlijk ernstige en onherstelbare schade lijden voordat een uitspraak tot nietigverklaring van het besluit van de Commissie wordt gedaan. Niet is aangetoond dat het voortbestaan of de langetermijnontwikkeling van Amazon in gevaar zou komen. De belangen die worden verdedigd door de EU-wetgever prevaleren, in dit geval, boven de materiële belangen van Amazon, zodat de afweging van belangen in het voordeel uitvalt van het afwijzen van het verzoek om opschorting.

 

IEPT20240326, Hof Amsterdam, Kelder v Google

Google Display Network-diensten kwalificeren als hostingdiensten in de zin van art. 6:196c lid 4 BW: Google vervult met betrekking tot haar GDN-diensten geen actieve rol ten aanzien van de door de adverteerders aangeleverde en door Google opgeslagen en vertoonde inhoud van de advertenties. Vrijstelling van aansprakelijkheid (art. 6:196c lid 4 BW) gaat niet op voor 9 bitcoin-advertenties verschenen in periode maart-augustus 2020: Google heeft niet onrechtmatig gehandeld op enkele basis dat via GDN advertenties zijn verschenen met portret en naam [appellant]. Google heeft onvoldoende uitleg gegeven waarom met specifieke wetenschap die zij had vanaf januari/februari 2020 het tonen van deze advertenties via het GDN niet kon worden voorkomen. Schade toewijsbaar, verwijzing naar schadestaatprocedure: voldoende aannemelijk dat [appellant] enige reputatieschade heeft geleden.

 

IEPT20240326, Hof Den Haag, Stichting Videma v X

Licentiebedrag als schadevergoeding voor horecagelegenheid die filmwerken toont. Videma vordert een verklaring voor recht dat X auteursrechtinbreuk heeft gepleegd door in zijn horecagelegenheid uitzendingen van filmwerk te vertonen. De kantonrechter heeft de vorderingen verklaring voor recht en staking toegewezen tegen de niet verschenen X. De licentieaanvraag en zijn schadevergoeding afgewezen. Het Hof wijst schadevergoeding ter hoogte van gederfde licentievergoeding over 2022 toe. De dwangsommen komen als voldoende prikkel over. Alsnog proceskostenveroordeling ex 1019h Rv.

 

IEPT20240326, Hof Den Bosch, P-P Consult v Mr. Jobs

Handelsnaam ‘Mister Jobs’ heeft beperkt onderscheidend vermogen: handelsnaam is in hoge mate beschrijvend. Geen sprake van inburgering. Enige mate van overeenstemming tussen handelsnamen ‘Mister Jobs’ en ‘Mr. Jobs’: grote mate van auditieve en begripsmatige overeenstemming. Visueel zijn de handelsnamen niet volledig gelijk. Verwarringsgevaar valt niet te duchten: in beginsel kunnen partijen op het gebied van arbeidsbemiddeling in elkaars vaarwater komen vanwege landelijke activiteiten. Echter, geen sprake van verwarring vanwege evident verschil in schrijfwijze van de handelsnaam en de presentatie van beide ondernemingen. Ook op LinkedIn zullen de op gebruikelijke wijze oplettende klanten via links bij [de B.V. 1] belanden.

 

IEPT20240325, Rb Den Haag, DNACC v opslagbakkie

Geen inbreuk merken ‘bakkie’: merken zijn nietig omdat zij onderscheidend vermogen missen en geen sprake van inburgering van de merken. Geen handelsnaaminbreuk op ‘bakkie’-handelsnamen door gebruik teken Opslagbakkie door gedaagde: handelsnaam Opslagbakkie van Gedaagde voldoende afstand van de ‘bakkie’-handelsnamen.

 

IEPT20240322, Rb Noord-Nederland, tattooshop v shock-vlogger

Vorderingen worden bij verstek toegewezen; Vorderingen komen de voorzieningenrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor; Spoedeisend belang omdat eiser naar aanleiding van de video’s dagelijks wordt bedreigd; Vordering tot verwijdering van álle video’s onvoldoende gespecificeerd. Gebod tot verwijdering vlogs/video’s op social media en verbod tot het plaatsen van nieuwe video’s waarin 'shockvlogger-gedaagde' eiser beschuldigd van strafbare feiten.

 

IEPT20240321, Rb Oost-Brabant, Mobility Next v Mrcars
Mobility Next gebruikt ‘MRCar’ als handelsnaam: uit schermafbeeldingen van website van Mobility Next blijkt dat zij naar buiten treedt met naam “ MRCar ”. Mobility Next is eerdere rechtmatige gebruiker van handelsnaam ‘MRCar’: Mobility Next gebruikt de handelsnaam sinds maart 2021, verweerder gebruikt de handelsnaam ‘Mrcars’ sinds 10 mei 2021. Enige mate van overeenstemming tussen handelsnamen ‘MRCar’ en ‘Mrcars’: visueel en auditief sprake van een sterke gelijkenis. Ook begripsmatig enige gelijkenis. Verwarringsgevaar valt niet te duchten: handelsnaam ‘MRCar’ geniet weinig bescherming. Aard van de ondernemingen verschilt. Doelgroepen verschillen. Afstand tussen beide ondernemingen is dusdanig, dat verwarringsgevaar weinig aannemelijk is. 

 

IEPT20240321, HvJEU, Liberi editori e autori (LEA) v Jamendo

De vrijheid van dienstverrichting (artikel 56 VWEU), gelezen in samenhang met de Richtlijn Collectief beheer (2014) verzet zich tegen een wettelijke regeling van een lidstaat die op algemene en absolute wijze uitsluit dat in een andere lidstaat gevestigde onafhankelijke beheerentiteiten in eerstgenoemde lidstaat hun diensten inzake het beheer van auteursrechten kunnen verrichten. Richtlijn inzake elektronische handel is niet van toepassing op beheer van auteursrechten en naburige rechten. Beheer van auteursrechten en naburige rechten valt niet binnen werkingssfeer van Dienstenrichtlijn 2006.

 

IEPT20240320, Rb Oost-Brabant, Chinese geneeswijzen-reclame

Gebruik portret voormalige vennoot maanden na uittreden. Partijen hebben een relatie gehad. Na einde van relatie heeft gedaagde onderneming voortgezet. Maanden na uittreden is foto van eiseres gebruikt in twee reclame-uitingen in weekbladen. Gebruik van portret is onrechtmatig, er is geen verzilverbare populariteit. Echter schadevergoeding van €1.000 is passend nu eiseres niet geassocieerd wil worden met gedaagde die strafrechtelijk is veroordeeld voor een vergrijp in de behandelsfeer.

 

IEPT20240320, Rb Gelderland, Top-Line v EasySofa

Rechterlijk vermoeden dat Polen geldt als land van oorsprong van Michelin bank in de zin van artikel 2 lid 7 BC: in juni 2015 sprake van een daadwerkelijke beschikbaarstelling van de bank aan het publiek in Polen. Geen belang bij tegenbewijs, aangezien vorderingen Top-Line hierna worden afgewezen. Beperkte auteursrechtelijke bescherming ten aanzien van Michelin bank: beschermingsomvang van het aan Top-Line toekomende auteursrecht is beperkt tot twee kenmerkende elementen waaraan bank originaliteit ontleent. EasySofa maakt met Capoli bank geen inbreuk op auteursrecht Michelin bank: geen sprake van overeenstemmende totaalindruk. Geen sprake van slaafse nabootsing: Michelin bank had geen eigen gezicht op de markt toen Capoli bank op markt werd gebracht. Voor zover wel sprake is van een eigen gezicht, is deze verwaterd.

 

IEPT20240314, Rb Oost-Brabant, eiser v Ouderen Appél Eindhoven
Eiser is lid en bestuurslid van de lokale politieke partij OAE. Reden om eiser uit zijn lidmaatschap te ontzetten is dat hij buiten medeweten om beroep heeft ingesteld bij de RvS tegen besluit voor de waterschapsverkiezingen waarbij nr. 10 van de OAE-lijst is geschrapt. Het bestuursbesluit is nietig verklaard, maar nog niet intern en extern gecommuniceerd. Geen rectificatie, omdat het besluit niet is hersteld noch nietig verklaard. Feitelijk karakter is juist.

 

IEPT20240313, Rb Den Haag, Essity v MTS
Essity produceert consumer tissues en heeft een octrooi voor een eindstop voor rolmateriaal welke in een arresteermechanisme van een dispenser wordt geplaatst. MTS maakt daarop inbreuk. De nietigheidsaanval slaagt niet, omdat o.a. de hellingshoek van het vergrendelopperlvlak niet 117 tot 141 graden niet in genoemde documenten te vinden zou zijn. Het technisch effect van het verschilkenmerk is dat de samenwerking met een geschikt retentiemechanisme zorgt voor een betere geleiding van de materiaalrol en vergrendeling in de eindpositie. Staking van inbreuk en nevenvorderingen bevolen. Ook provisionele staking voor buitenlandse delen van het octrooi.

 

IEPT20240312, Hof Den Haag, Puma v Brooks Sports

Geen merkinbreuk. Aanduiding van een kenmerk van de waar (artikel 14(1)(b) UMeV). “Nitro” is een voor het relevante publiek duidelijke afkorting nitrogen en verwijst naar het injecteren van stikstof in de zolen van hardloopschoenen. Beschrijvend gebruik is in overeenstemming met eerlijke gebruiken van nijverheid en handel

 

IEPT20240312, Hof Arnhem-Leeuwarden, Stichting Slachtoffers Iatrogene Nalatigheid-Nederland v Stichting Stop Online Shaming

SOS is op grond van art. 3:305a BW bevoegd: het voeren van een collectieve actie op grond van artikel 3:305a BW (in kort geding) is ook mogelijk als individuele partijen ook een vordering hadden kunnen instellen maar dat niet hebben gedaan. Eerbiediging van eer en goede naam bij SOS aangesloten artsen weegt zwaarder dan vrijheid van meningsuiting SIN: zwarte lijsten zijn afgeleid van het BIG-register en vinden daarin voor een deel hun feitelijke verankering. Echter, wijze waarop zwarte lijsten zijn ingekleed, daarop vermelde termen, foto’s en annotaties en de term “zwarte lijst” als zodanig rechtvaardigen verbod

 

IEPT20240308, HR, Novartis v Mylan
Toepassing 81 RO op Novartis v Mylan op het principale beroep. Proceskostenverdeling over principale en voorwaardelijke incidentele beroep. Mylan c.s. maken mede aanspraak op vergoeding van de kosten die zijn toe te rekenen aan het voorwaardelijke incidentele beroep. Novartis maakt daartegen bezwaar, omdat niet aan de voorwaarden is voldaan. Er zijn geen omstandigheden aangevoerd om deze kosten niet te vergoeden als niet aan de voorwaarden is voldaan. Na de (reactie op) Conclusie AG (B916644) is er geen plaats meer voor debat.

 

IEPT20240306, Rb Midden-Nederland, Hollandse Energie Maatschappij v AvroTros
Avrotros heeft in haar programma Radar meermaals aandacht besteed aan HEM. HEM meent dat Avrotros zich op onjuiste en schadelijke wijze over haar dienstverlening heeft uitgelaten. De bezwaren richten zich op drie artikelen en twee uitzendingen. Meer dan 200 klanten van HEM hebben klachten geuit.

 

IEPT20240305, HvJ EU, Public.Resource.Org en Right to Know v Commissie
Geharmoniseerde normen voor de veiligheid van speelgoed maken wegens hun rechtsgevolgen deel uit van het Unierecht - hoger openbaar belang gebiedt openbaarmaking daarvan. De Commissie had in het litigieuze besluit moeten erkennen dat er een hoger openbaar belang in de zin van artikel 4, lid 2, laatste zinsdeel, van verordening nr. 1049/2001 bestond, dat voortvloeit uit het rechtsstaatbeginsel, het transparantiebeginsel, het beginsel van openheid en het beginsel van goed bestuur, en dat openbaarmaking van de opgevraagde geharmoniseerde normen gebiedt, aangezien deze normen wegens hun rechtsgevolgen deel uitmaken van het Unierecht.

 

IEPT20240301, Rb Den Haag, NGCM v TU Delft
Partijen hebben een licentieovereenkomst voor een octrooi op een biobased membrane. Er is internationaal onderzoek verricht en de conclusies zouden niet nieuw of inventief zijn. NGCM gebruikt de non-sludge-based toepassing en verzoekt een getuigenverhoor over de geldigheid van het octrooi. De verklaring van de getuigen kan niet tot de door verzoeker beoogde vaststelling van de ongeldigheid van het octrooi leiden, dat is voorbehouden aan de rechter in het kader van een daartoe wettelijk vastgelegde procedure. Geen belang

 

IEPT20240301, Rb Den Haag, X v Maxime Meiland en Osjato Uitgeverij

Vorderingen eiser afgewezen. Boek van gedaagde met uitlatingen over verkrachting niet onrechtmatig: naam eiser wordt niet genoemd en is alleen bekend in kring van vrienden en kennissen van gedaagde. Zelfs indien het boek wel onrechtmatig zou zijn, gaat standpunt eiser niet op: eiser heeft zijn kant van het verhaal in interviews ook buiten de (beperkte) kring van vrienden en kennissen naar voren gebracht. Daarmee lijkt een soort van evenwicht te zijn bereikt. 

 

IEPT20240301, HR, Tinnus
Beschermingsomvang octrooi en stappenbenadering. Beide uitlegbenaderingen – (a) uitleg in één stap, inclusief equivalentie of (b) tweestappenbenadering (eerst uitleg octrooiconclusie, daarna eventueel nog uitleg op basis van equivalentie) – zijn mogelijk onder het Protocol en de rechtspraak van de Hoge Raad. Beide zijn immers erop gericht om, zoals vereist, het juiste midden te vinden tussen de bescherming van de belangen van de octrooihouder en de rechtszekerheid van derden. Daarbij kan de uitvindingsgedachte als gezichtspunt ook in de tweestappenbenadering voldoende tot haar recht komen. Om prioriteitsredenen ingevoegd kenmerk en equivalentie. Onjuiste rechtsopvatting dat wanneer een kenmerk wordt ingevoegd om prioriteit te kunnen claimen, in een geval waarin zonder beroep op prioriteit een nieuwheidsbezwaar bestaat, de gemiddelde vakman daaruit nimmer kan afleiden dat de aldus beperkte conclusie geen ruimte laat voor equivalenten die niet ‘letterlijk’ aan het ingevoegde kenmerk voldoen.